Twitter
Facebook
Youtube
EN
NL
WonderWereldWeb
Linken
Gastenboek WonderWereldWeb

Park
page
Marerijk
Anderijk
Reizenrijk
Ruigrijk
Fantasierijk
Geschiedenis
WinterEfteling
Horeca en Winkels
Informatie
Openingstijden
Entreeprijzen
Efteling Abonnementen
L
CARO, een betoverende Efteling-theatershow
Overnachten
Efteling Hotel
Hotel Faciliteiten
Hotelprijzen
Hotel Kamers & Suites
Efteling Bosrijk
Efteling Bosrijk Faciliteiten
Bosrijk Boshuysen
Bosrijk Dorpshuysen
L
Efteling Golfpark
Golfpark Openingstijden
Golfpark Faciliteiten
Golfpark Prijzen
Golfpark Arrangementen
Efteling Cd's
Parkmuziek
Parkshows
Musicals
Sprookjes cds
Grondleggers
Sprookjesbos

Meer WonderWereldWeb:

Assepoester

Er was eens een lieve vrouw met een al net zo liever dochter. Helaas werd de vrouw erg ziek. Op een avond riep ze haar dochter bij zich en zei: 'Ik zal gauw doodgaan. Beloof me dat je altijd goed probeert te leven? Dan zal het leven ook goed zijn voor jou.'

'Dat beloof ik, moeder,' zei het meisje met een snik in haar stem. Ze omhelsden elkaar en moesten allebei verselijk huilen. Dat luchtte op, maar het hielp natuurlijk niet echt.

De moeder stierf toen de eerste sneeuw van de winter viel.

Het meisje bleef alleen met haar vader achter. Die trouwde een half jaar later met een andere vrouw. Zij was heel onaardig en had twee dochters die nog erger waren. Echte pestkoppen! De vader van het meisje was bijna altijd op reis. Hij had niet in de gaten dat de twee zussen zijn dochter het leven zuur maakten. En dat hun moeder vrolijk met hen meedeed!

Ze lieten haar heel hard werken en ze moest op de keukenvloer slapen bij de open haard, waar altijd veel stof en as lag. Daarom noemden ze haar Assepoester.

De zussen hadden zelf altijd de mooiste kleren aan en sliepen in de mooiste kamers op zachte bedden. En op hún toilettafels stonden de duurste spulletjes! Terwijl Assepoester in oude gescheurde kleren en met stoffig haar moest werken zongen ze:


Assepoes, wat ben je raar

Met dat spinrag in je haar

Poets m'n schoenen, ga maar boenen

En maak dan het eten klaar!


Ze lieten haar koken, wassen, schrobben en boenen. Assepoester deed het allemaal zonder te mopperen. Als ik goed probeer te leven, is het leven ook goed voor mij, dachr ze.

Assepoester zat graag in de tuin achter het huis, bij het graf van haar moeder. Daar had ze ooit een boompje geplant, dat in korte tijd was uitgegroeid tot een prachtige hazelaar. Ze zat vaak onder die boom, waar ze gezelschap kreeg van vogels, eekhoorns en konijntjes. En er groeiden grote oranje pompoenen. Vanuit de tuin kon ze het paleis hoog op een heuvel zien liggen. De mooie torens schitterden in het zonlicht. Assepoester keek er graag naar en droomde dan over hoe het zou zijn om daar als prinses te wonen.

Taratatááá! Taratatááá!

Op een dag stond er een boodschapper vn de koning op het plein voor het huis. Door zijn oorverdovende trompetgeschal kwam iedereen nieuwschierig naar buiten.

'De koning laat weten dat er zaterdag een groot bal in het paleis gehouden zal worden!' riep hij. 'De prins wil graag een mooi meisje kiezen om mee te trouwen. U wordt allemaal uitgenodigd om dit feest mee te komen vieren!'

De twee stiefzussen hádden het niet meer! 'Hij kiest vast mij?' gilde de oudste. 'Nee, ik ben veel knapper dan jij!' kirde de jongste.

Zo kibbelden ze een paar dagen door terwijl ze jurken pasten, balschoentjes uitprobeerden en aan elkaars haren frunnikten.

Assepoester hielp hen daarbij. Maar zelf wilde ze natuurlijk ook graag naar het feest in het paleis. Toen ze aan haar stiefmoeder vroeg of ze mee mocht, werd ze gewoon uitgelachen. 'Jij mee, Assepoester? In die vieze rok en met dat stoffige haar? Vergeet het maar! De prins zoekt een bruid, geen modderkluit!' En de stiefzussen moesten verselijk lachen, alsof hun moeder een goede mop had verteld.

Op de avond van het feest kwam er een prachtige koets voorrijden. De zussen en hun moeder stapten in, met hun opgestoken haarm peperdure jurken en overdadige sieraden.

Vlak voor ze wegreden, riepen ze naar Assepoester: 'Boen de vloer nog even en zorg dat alles er netjes uitziet, want een van ons komt straks thuis met de prins!' En ze lachten alle drie heel hard, alsof er wat te lachen viel.

Assepoester was verdrietig en ging in de tuin onder haar lievelingboom zitten. Ze keek naar het paleis. Het was prachtig verlicht en ze hoorde flarden feestmuziek. Plotseling leek het of er kleine blaadjes uit de boom op Assepoester neerdaalden. Nee, het waren heen blaadjes, het waren twinkelende sterretjes! Als bij toverslag veranderde Assepoesters vieze rok in een prachtige gouden jurk. Haar stoffige haardos werd opeens een schitterende bos krullen. En aan haar voetjes verschenen sierlijke klazen muiltjes. Het was ongelooflijk... Waar net nog een pompoen lag, stond nu een goude koets met koetsiers op de bok en prachtige paarden ervoor.

En het allervreemdste was nog dat Assepoester heel duidelijk de lieve stem van haar eigen moeder hoorde: 'Tijd om naar het feest te gaan, mijn kind. Maar pas op: als de klok om midernacht voor de twaalfde keer slaat, wordt de betovering verbroken. Zorg dus dat je op tijd weer thuis bent.'

Assepoester dacht dat ze droomde en genoot van elk moment. Ze reed in de koets naar het grote paleis dat ze zo vaak vanuit de verte had gezien. Ze stapte uit en liep de brede marmeren trappen op. Toen ze de balzaal binnenkwam verstomde de muziek en keek iedereen naar haar. Ze konden hun ogen niet geloven. Niemand op het feest zag er zo schitterend uit als zij. Wie was dit mooie meisje?

Assepoesters stiefmoeder en stiefzusjes herkenden haar net. Ze waren heel jaloers toen de prins haar haar ten dans vroeg. Hij danste de hele avond met Assepoester en liet haar niet meer los. Plotseling hoorde Assepoester de paleisklok slaan. Ze schrok en herinnerde zich dat de betovering bij de twaalfde slag verbroken zou worden. stel je voor dat ze hier zo meteen haar oude vieze kleren stond!' Assepoester maakte zich los uit de armen van de prins en rende naar de grote paleisdeuren.

'Wacht' riep de prins verbaasd. Maar Assepoester holde de hoge trappen al af.

Ze struikelde en verloor een muiltje. Toen sprong ze in de goude koets en wég was ze...

Vlak na een bocht, net uit het zicht van het paleis, sloeg de klok voor de twaalfde keer. Voor ze wist wat er gebeurde, lag Assepoester met haar neus in het zand. Niet in haar mooie jurk, maar in haar oude vieze rok. Naast haar lag een pompoen. 'Oh...' zuchtte ze. 'Wat heb ik heerlijk gedanst. Of heb ik dat alleen maar gedroomd?'


Taratatááá! Taratatááá!

Een paar dagen later klonk er opnieuw trompetgeschal op het plein. De boodschapper was er weer. en naast hem zat de prins op een prachtig wit paard! Hij droeg een kussentje met daarop een glazen schoentje.

De boodschapper riep met luide stem: 'De prins is opzoek naar het meisje van zijn dromen! En dat is het meisje dat dit schoentje precies past!' De twee stiefzussen van Assepoester stormden met heel veel ander meisjes naar voren. Dat wilden ze allemaal wel, de bruid van de prins zijn. Maar hoe ze ook wrikten en wrongen, het sierlijke schoentje was zó klein dat het niemand paste. Toen klonk er een zachte stem: 'Mag ik ook even passen?' Iedereen keek op. Daar stond Assepoester, in haar oude kleren en met vies haar.

'Natuurlijk niet!' riepen de zussen.

'Natuurlijk wel,' zei de prins. Had hij haar al herkend?

Assepoester gleed met haar voet in het glezen muiltje. Het paste perfect. Meteen veranderde haar oude rok weer in de schitterende gouden jurk! En als bij toverslag dwarrelden de eerste sneeuwvlokken van de nieuwe winter naar beneden.

De prins tilde haar op zijn paard. 'Jij zult mijn bruid zij,' zei hij zacht.

Van blijschap moest Assepoester lachen en huilden tegelijk. Nu wist ze dat ze met de prins ging trouwen en in het paleis zou gaan wonen. Want als je goed probeert te leven, zal het leven ook goed zijn voor jou.

Samen met haar prins leefde ze nog lang en gelukkig...

En de twee zussen? Die konden er niet om lachen!


Terug naar het Sprookjesbos

  

©WonderWereldWeb 2004-2019