Twitter
Facebook
Youtube
EN
NL
WonderWereldWeb
Linken
Gastenboek WonderWereldWeb

Park
page
Marerijk
Anderijk
Reizenrijk
Ruigrijk
Fantasierijk
Geschiedenis
WinterEfteling
Horeca en Winkels
Informatie
Openingstijden
Entreeprijzen
Efteling Abonnementen
L
CARO, een betoverende Efteling-theatershow
Overnachten
Efteling Hotel
Hotel Faciliteiten
Hotelprijzen
Hotel Kamers & Suites
Efteling Bosrijk
Efteling Bosrijk Faciliteiten
Bosrijk Boshuysen
Bosrijk Dorpshuysen
L
Efteling Golfpark
Golfpark Openingstijden
Golfpark Faciliteiten
Golfpark Prijzen
Golfpark Arrangementen
Efteling Cd's
Parkmuziek
Parkshows
Musicals
Sprookjes cds
Grondleggers
Sprookjesbos

Meer WonderWereldWeb:

De Nieuwe Kleren van de Keizer

Er was eens een keizer die erg ijdel was. In plaats van het land te regeren stond hij de hele dag voor de spiegel. 'Wat zal ik nu weer eens aantrekken? Mijn rode mantel of toch maar de zilveren? Kleedster, help eens. Waar ben je?' 'Ik kom al, majesteit! Ik was even een vers kopje thee voor u aan het zetten.' De kleedster van de keizer was een lief oud vrouwtje dat altijd goed haar best deed.

'Zeg eens, wat vind jij van die zilveren mantel? 'Hij staat u bééldig, majesteit. Trouwens, alles staat u beeldig!' 'Hmmm, dan moeten we we er wel andere schoenen bij aantrekken.' mompelde de keizer. 'En trouwens, die maillot kan hier écht niet bij. Kijk eens in een van mijn zesendertig kasten voor een andere!' Als de keizer eindelijk had besloten wat hij die dag aan zou trekken, nam hij slokje van zijn thee. En dan zei hij altijd: 'Bah! Die thee is koud!'

Zijn dienaren werden gek van dat ijdele gedoe. Steeds vaker hoorde je ze dan ook klagen:


De keizer staat weer eens te passen

Voor de spiegel, kijk hem staan

Hij heeft wel honderd jassen

En trekt steeds iets anders aan


Het land kan hem maar weinig schelen

Hij houdt meer van schone schijn

Kan iemand die de show wil stelen

Wel een goede keizer zijn?


Op een dag kwamen er twee mannen aan de paleispoort. Ze vertelden dat ze wevers waren die een heel bijzondere kledingstof konden maken. Het was de mooiste en soepelste stof ter wereld en hij bezat toverkracht. 'Alléén de mensen die ijverig en slim zijn, kunnen de stof zien,' zo vertelden ze.

Toen de keizer dat hoorde, wilde hij daar meteen een kostuum van hebben. Stel je voor, dacht hij. De mooiste stof ter wereld! En dan weet ik meteen wie er lui en dom zijn in mijn land.

Hij riep zijn eerste minister bij zich. 'Laat die mannen hun weefgetouw opstellen en geef ze alles wat ze nodig hebben. Volgende week houden we onze jaarlijkse optocht. Ik wil dan graag een prachtig pak van die bijzondere stof dragen.'

'Ik zal ze meteen aan het werk zetten, majesteit,' zei de minister. 'Goed, dan ga ik me maar eens omkleden,' zei de keizer. 'Genoeg geregeerd vandaag. Klééédsterrrr...! Waar zit je?

De kleedster kwam alweer aanhollen. 'Ik was even een vers kopje thee voor u aan het zetten, majesteit.'


 De twee wevers kregen een grote, lichte werkruimte in het paleis. Daar zetten zij hun weefgetouw neer. Ze schreven op een briefje wat ze nodig hadden en gaven dat aan de minister. 'Gouddraad, zilverdraad, parels en zijde. Hebben jullie dat allemaal nodig?' vroeg de minister geschrokken. 'Onze schatkist is al zo leeg.' 'Zonder die spullen kunnen we de stof niet weven,' zeiden de mannen en de minister vertrok met een diepe zucht.

In werkelijkheid waren de twee mannen helemaal geen wevers. Het waren bedriegers! Toen ze de dure materialen kregen, deden ze alles stiekem in een kist, die ze verborgen hielden. Daarbij hadden ze al flink wat goudstukken gekregen als loon.

De twee deden alsof ze hard aan het werk gingen, maar op het weefgetouw werd geen draad gespannen. Het was leeg en bleef leeg. 'Bah!' zei de keizer de volgende dag. Hij had net weer een slokje koude thee genomen, nadat hij een uurtje of twee voor de spiegel had gestaan.

'Wat ik nu aan heb staat wel aardig, maar ik ben zo benieuwd naar die nieuwe stof!' Hij gaf de eerste minister opdracht even te gaan kijken bij de wevers. 'Als je de stof  maar kunt zien!' Lachte de keizer. 'Want je weet het, hé? Alleen ijverige en slimme mensen kunnen dat.'De minister ging met knikkende knieën naar de zaal waar de wevers zogenaamd aan het werk waren. Op het moment dat hij binnenkwam, schrok hij zich een hoedje. Het weefgetouw was leef! Hij zag niet één draadje... alsof hij dwars door de stof heen kon kijken.

De twee mannen waren hard aan het werk en de minister wist niet dat ze maar deden alsof. Was hij dan echt zo lui en dom? Niemand mocht dat merken! Hij schaamde zich verschrikkelijk. 'We zijn al goed opgeschoten, ziet u wel?' zei een van de mannen. 'Wat vindt u er van?' 'Eh... ik, ik vind het prachtig,' jokte de minister.

De mannen deden net alsof ze de lap door hun handen lieten glijden. 'Voelt u eens hoe zacht en soepel deze stof is!' 'En wat een schitterende kleuren, wat een prachtig patroon!' zei de minister.

De keizer kon stond zich toevallig net om te kleden toen de minister kwam vertellen over de bijzondere stof die hij had gezien. Over de soepelheid, de zachte pasteltinten en het mooie patroon.

De keizer was tevreden. Als mij minister de stof kan zien, zal ik dat zeker ook kunnen, dacht hij. Opgetogen nam hij een flinke slok thee. 'Bah! Alweer koud!.


De grote dag van de optocht was aangebroken. De twee wevers hadden de hele nacht zogenaamd doorgewerkt om het kostuum voor de keizer op tijd af te krijgen. Daar hadden ze nog extra goudstukken voor gekregen. Maar iedereen is her paleis vond dat ze dat wel verdiend hadden. Alle lakeien en hofdames hadden de stof al even mogen bewonderen. Ze hadden natuurlijk niets gezien, maar niemand durfde dat te zeggen. Daar kwam de keizer binnen. Zijn trouwe kleedster liep achter hem aan met een vers kopje thee. De schrik sloeg hen allebei om het hart, want ze zagen... niets.

De wevers maakten een diepe buiging voor de keizer. 'Majesteit, sta ons toe u het kostuum te presenteren.' Ze wezen naar een lege kleerhanger aan een rek. 'Hoe vindt u het?' 'Eh... bijzonder... heel bijzonder!' zei de keizer. 'Wat vind jij kleedster?' 'Werkelijk bééldig,' kirde de kleedster. Ze nam in haar paniek een flinke slok thee uit het kopje van de keizer. Oei! Die was nog veel te heet om te drinken!

De keizer voelde zich hevig ongelukkig. Was hij dan zo lui en dom? Hij wilde nikets laten merken, dus trok hij zijn kleren ui om het nieuwe kostuum te passen. De twee bedriegers hielpen mee. 'Voelt u hoe licht deze stof is?' zei de een en de ander wees op de 'verfijnde pasvom' en de 'mooi vallende plooien'.

De keizer zag in de spiegel alleen de plooien van zijn huid. Poedelnaakt stond hij daar te draaien en hij bekeek zichzelf van alle kanten. En met hem de complete hofhouding die binnen was gekomen. Iedereen gaf complimentjes en vertelde hoe schitterend de keizer er vandaag uitzag.

Intussen was het verhaal over de bijzondere stof het hele land rondgegaan. Alle mensen hadden gehoord van het nieuwe keizerlijke kostuum. Dat het zo mooi was en dat je het alleen kon zien als je niet lui en dom was. Honderden mensen stonden langs de kant van de weg om naar de optocht te kijken. En na alle trommelaars, marcherende soldaten en statige ruiters kwam daar de keizer aan...

Hij had het koud. In zijn blootje liep hij bibberend over straat. Achter de keizer hield de kleedster zijn mantel vast. Ze hoopte dat ze het goed deed, want ze zag niets en de mensen langs de kant wel. Tenminste, dat dacht ze. Want ze zeiden 'Oooh' en 'Aaah' en riepen 'Bravo! Wat ziet onze keizer er toch weer prachtig uit!'

Hier en daar klonk een applausje.

Een klein jochie dat bij zijn vader op de schouders zat, vroeg wie nu precies de keizer was. En toen zijn vader hem aanwees riep de jongen: 'De keizer is bloot!'

'Welnee,' zei zijn vader nog, maar zijn buurman zei: 'Kinderen spreken altijd de waarheid. Hij heeft gelijk. De keizer heeft geen kleren aan!' Als een lopend vuurtje ging het door het publiek. De mensen stootten elkaar aan en fluisterenden eerst zachtjes: 'Het is waar...' Daarna begon iedereen hard te lachen en te roepen: 'Het is waar! De keizer is bloot!'

De keizer zelf deed maar net of er niets aan de hand was. De hele optocht liep hij statig maar bibberend uit. Hij besefte dat zijn volk gelijk had en nam zich plechtig voor dat hij voortaan niet meer zo veel voor de spiegel zou staan. En de twee bedriegers? Die waren er natuurlijk allang met de buit vandoor!


Terug naar het Sprookjesbos

  

©WonderWereldWeb 2004-2019